Als hondeneigenaar herken je dit vast: trouwe hondenogen die je smekend aankijken als het eten op tafel komt. De hond die zijn neus achterna komt bij het klaarzetten van de borrelhapjes en alvast – koppie scheef- in de startblokken gaat zitten. En je kat? Die springt tijdens etenstijd lekker op tafel en hengelt met zijn poot naar de zalmmoot op je bord. Ach, je geeft hem een klein hapje – of twee- want wat kan het kwaad? Is het niet zo dat het delen van een maaltijd goede vrienden met elkaar verbindt? Dus waarom zouden we dan onze ‘beste vriend’, de hond of je kat, daarvan uitsluiten?
Toch kan het meer kwaad dan zo op het eerste gezicht lijkt. Niet alleen ervaren honden het verkrijgen van voedsel als een middel om de rangorde te bevestigen; ze worden er natuurlijk ook gewoon dikker van en daarmee ligt het gevaar van overgewicht op de loer. Helaas wordt door veel honden- en katteneigenaren overgewicht bij hun dier niet als probleem ervaren. Sterker nog: vaak leeft het idee dat een hond of kat met een goede eetlust een gezond dier is. Elke afname van eetlust wordt daarom gezien als een probleem. ‘Hij eet slecht’, is een klacht die dierenartsen regelmatig te horen krijgen. Maar, heel bijzonder, die klacht komt meestal van eigenaren die een hond of kat hebben die echt gewoon veel te dik is en eigenlijk veel liever de lekkere dingen eet van jouw bord dan de droge brokken uit zijn of haar bak.
Geen hand vol, maar een land vol te dikke honden en katten
Van de 2,2 miljoen honden die Nederland op dit moment telt, lijdt een groot deel aan overgewicht. Naar schatting treft deze aandoening maar liefst 25% van de viervoeters in ons land. Dat is echter een gemiddelde: onder bepaalde hondenrassen (bijvoorbeeld de Labrador Retrievers) ligt dit gemiddelde heel wat hoger, onder andere rassen (bijvoorbeeld de windhonden) weer wat lager.
Bij de Nederlandse katten ligt het percentage dieren dat aan overgewicht lijdt, ongeveer gelijk. Tussen de 20 en 30 procent van deze dieren weegt één of meer kilootjes te zwaar. Een dier heeft overgewicht als het 10 procent meer dan zijn ideale gewicht weegt. We spreken van obesitas als een dier meer dan 20 procent teveel gewicht met zich meezeult. Bij een kat, die gemiddeld een kilo of 5 weegt -sommige rassen wegen minder, andere zoals de Main Coon veel meer- zorgt een halve kilo extra al voor overgewicht en geeft een kilo extra lichaamsgewicht hem of haar al obesitas!
De zwarte kant van overgewicht
Een te dikke hond heeft niet alleen last van een paar kilootjes teveel aan lichaamsgewicht, maar vaak gaat dit ook hand in hand met gezondheidsproblemen. Zo kan een te dik dier vaak letterlijk ‘niet goed uit de voeten’ doordat spieren en gewrichten teveel belast worden. Andere, minder voor de hand liggende consequenties van overgewicht bij de hond zijn: het collaberen (samenvallen) van de luchtpijp en de verplaatsing van de urineblaas in de buik naar achteren – met incontinentie als gevolg.
De gewrichten en spieren van te dikke katten hebben ook veel te verduren. Daarnaast kunnen katten die veel te dik zijn problemen krijgen met de verzorging van hun vacht. Een kat die namelijk veel te dik is, kan niet meer goed bij de vacht op zijn rug om deze te verzorgen. Zie je op die plek bij je kat een viezige, vettige vacht of veel klitten, dan bestaat de kans dat je kat daar niet goed meer bij kan doordat hij of zij veel te dik is.
Een ander gevolg van overgewicht is het ontstaan van Diabetes Mellitus of suikerziekte. Net als bij mensen is ook bij dieren een explosieve toename in het aantal diabetesgevallen te zien. Verborgen suikerziekte is iets waar iedere honden- en katteneigenaar alert op zou moeten zijn. Meer drinken en meer plassen, maar ook meer eten (én pas in een later stadium vermageren) zijn symptomen van deze ziekte. Ga bij deze symptomen altijd naar een dierenarts en laat het dier controleren op suikerziekte. Onbehandelde suikerziekte kan op den duur leiden tot allerlei complicaties zoals oogafwijkingen of zenuwaandoeningen. Het moge dus duidelijk zijn dat het van levensbelang is je viervoeter zo slank mogelijk en daardoor gezond te houden. Dat eerste is niet altijd makkelijk, maar het helpt als je je een paar dingen realiseert.
Zo wordt de roep om aandacht van een hond of kat nogal eens verward met honger. Grijp voor de verandering dus eens niet naar de kluifjes op het moment dat je hond voor je komt zitten, maar pak eens een dummy om te apporteren of de riem en ga wandelen. Met je kat kun je ook goed spelen, bijvoorbeeld met een prop papier, een hengel met een veertje of soms zelf met het lichtje van een zaklamp. Wat er ook voor nodig is om hem of haar in beweging te krijgen. Er samen een keer extra erop uit verstevigt de band met je hond nog meer dan het werktuiglijk aangeven van (weer) een kauwkluif. Bovendien is de extra beweging ook goed voor de mens. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat te dikke huisdieren meer dan gemiddeld een dito eigenaar hebben!
Hoe staat jouw hond of kat ervoor?
De kans bestaat dat je het bovenstaande hebt gelezen en denkt: ‘Overgewicht? Daar heeft mijn hond of kat gelukkig geen last van.’ Neem de proef op de som en gebruik één van de handige tools waarmee in een handomdraai de conditiescore (lees: de gewichtsstatus) van je huisdier is te bepalen. Het internet staat er vol mee, waarvan ik er één voor je uitlicht.
De Engelstalige internetpagina (https://petslimmer.co.za/what-shape-is-your-pet-in) leidt je via ja/nee (yes/no) antwoorden op een aantal korte vragen regelrecht naar de conditiescore van uw hond of kat. Je vult de test toch wel eerlijk in?
In balans met het voer van Chōmi
Een gezond leven voor jouw huisdier bereik je met de juiste balans in voeding, verzorging, aandacht en beweging. Een volledige afstemming op de natuurlijke behoeften van jouw lievelingsdier. Alleen met een gebalanceerde levensstijl kunnen we huisdieren dichterbij hun ‘natuurlijke ik’ brengen. Chōmi biedt natuurlijke voeding van de hoogste kwaliteit voor hond en kat én natuurlijke verzorgingsproducten die direct bijdragen aan een gebalanceerde levensstijl van jouw viervoeter.
Maar ook als je onze goede én zeer smakelijke voeding aan je huisdier geeft, kan deze te dik worden. Daarom bevatten al onze verpakkingen een voedingsadvies. De hoeveelheid voeding die jij je hond of kat kunt voorschotelen volgens dit advies zijn echter gemiddelden. Bekijk (en bevoel) je huisdier regelmatig om zijn of haar lichaamsconditie te beoordelen. Is hij of zij wat aan de dikke kant aan het worden? Begin dan met 10 procent per dag minder te voeren. Is hij of zij te dun? Voer dan 10 procent meer. Voeren met je ogen noemen we dat!